Plassen op andere momenten dan wanneer je gewoon thuis bent is voor ons meisjes altijd een uitdaging.
Een wc zoeken, hopen dat je iets vindt dat niet al te smerig is, papiertjes op de bril leggen en dan eindelijk zitten. Tijdens outdoor activiteiten is het nog spannender. Geen wc-pot, geen bril om papier op te leggen maar plassen met je broek op je enkels. Op je hurken wiebelen tussen brandnetels, boomtakken, kuilen en stenen en dán nog proberen niet tegen je eigen schoenen of broekspijp aan te plassen.
In mijn leven heb ik natuurlijk heel wat keer ergens onderweg moeten plassen. En als meisje sta je hierin echt al meteen met 5-0 achter. Ik herinner me een autorit met mijn ouders en zusjes op weg naar Italië. Ik ben een jaar of negen, misschien tien. Heel Duitsland is één lange file, we staan al een tijd stil. Een tankstation met wc is buiten bereik maar ik moet toch echt heel nodig. Op advies van de familie dan dus maar in de berm. Broek op de enkels en precies op dat moment begint de onafzienbare rij auto's in beweging te komen. De koplampen van de auto gaan aan en zetten mijn witte kleine meisjes billen vol in de schijnwerpers. Mijn vader vertelt dit verhaal nog altijd graag, bij voorkeur op familiebijeenkomsten.
En zo zijn er nog andere leuke en in meer of mindere mate gênante wc verhalen. In Parijs ging ik ooit in een restaurantje nietsvermoedend naar de wc. Ik kom terecht in een nogal bijzonder ingericht kleinste kamertje, compleet met gouden spiegels, fotobehang, ornamenten en pluche bekleding. Als ik net goed en wel zit zie ik in een flits iets boven mijn hoofd en schrik me volkomen het apelazarus... van mijn eigen spiegelbeeld. Moet een hele wanhopige architect geweest zijn die bedacht dat een spiegelplafond boven een toiletpot een goed idee was.
Ruim dertig jaar geleden met schoonfamilie in IJsland. Een camping met weinig faciliteiten op een enorm terrein. We besluiten al snel dat een paar kilometer lopen naar de wc niet gaat werken, dus zoekt ieder voor zich een mooi stukje in de natuur. Geen bomen, wel rotsblokken, en de hele nacht licht. Plassen gaat zo prima, maar zo af en toe wil je ook even rustig zitten. Dus rijden we dagelijks wel een keer met ons busje naar de washokken voor een gezamenlijke sanitaire stop. Om deze 'poepbus' lachen we nu nog steeds.
Tijdens onze reis door Namibië staan we met auto met daktent midden in de woestijn. Geen andere gasten, wel een wc maar het gebruikelijke gebouw ontbreekt . Er staat letterlijk alleen een wc-pot midden in de natuur. Het ding staat een meter of 50 van onze kampeerplek tussen wat dor struikgewas. Overdag zien je reisgenoten je dus zitten, in de nacht is het aardedonker. Geen enkele verlichting en in de wijde omgeving is helemaal niets en niemand te zien. Als dochter in het donker een bezoek brengt aan de pot moet ik mee. Met een groot badlaken om 'er voor' te houden. Het blijkt bijzonder ingewikkeld om te plassen in dergelijke openbare omstandigheden, om nog maar niet te spreken over grote boodschappen. Om een of andere reden weigert je lijf gewoon dienst op zo'n moment.
Nee, dan mannen. Die hebben het echt zo veel gemakkelijker wat dit onderdeel betreft. Staand plassen, alleen maar een rits openmaken en geen struiken of stenen in je achterste. Op dit gebied ben ik jaloers op ze.
Onlangs zijn we met onze camper onderweg en toe aan een pauze. We rijden een parkeerterrein langs de snelweg op en zitten net aan een vers kopje koffie. Dan stoppen er een paar busjes waar een stuk of twintig kerels uit stappen. Nog geen twee tellen later staan ze met z'n allen op een rij, recht voor onze neus, prachtig synchroon te plassen. Alsof het een olympisch onderdeel is.
Ik heb opeens niet meer zo veel trek in mijn koffie, maar het uitzicht is subliem.